-
1 schaakspel
-
2 schaakspel
-
3 schaakspel
-
4 schaakspel
I.hetSchach n [Spiel]II.hetSchachspiel nIII.hetSpiel n der Könige [ugs.] [Schach] -
5 schaakspel
n. chess -
6 schaakspel
schack -
7 schaakspel
satranç oyunu [-nu] s -
8 schaakspel
échec -
9 de zware stukken in het schaakspel
de zware stukken in het schaakspelDeens-Russisch woordenboek > de zware stukken in het schaakspel
-
10 paard in schaakspel
1) riddare2) kavaljer -
11 sah
schaakspel -
12 шахматы
schaakspel ; schaak -
13 game of kings
schaakspel -
14 stalemate
n. pat (schaakspel); dood punt, impasse--------v. pat zetten (schaakspel); vastzettenstalemate1[ steelmeet] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————stalemate2〈 werkwoord〉 -
15 castle
n. kasteel; toren--------v. burcht, slot, kasteel; rokeren (schaken)castle1[ ka:sl] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:¶ build castles in the air/Spain • luchtkastelen bouwen, dagdromen————————castle2〈 werkwoord〉 〈 schaakspel〉♦voorbeelden: -
16 chess
-
17 pawn
n. (onder)pand; verpand; pion (in schaakspel); marionet--------v. verpanden, belenenpawn1[ po:n] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————pawn2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
18 rook
n. afzetter; roek ; toren (in schaakspel), die horizontaal en verticaal kan spelen over ongelimiteerde hoeveelheid vierkante vlakken bij schaken (Schaken); afzetter, iemand dievals speelt in kanspelen; (Zoölogie) roek, zwarte Europese vogel van de kraaienfamilie--------v. bedriegen, afzettenrook1[ roek] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————rook2〈 werkwoord〉 -
19 take
n. vangst; ontvangst, recette (van schouwburg); opname (v. film)--------v. nemen; pakken; brengen; begrijpen, snappentake1[ teek] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 vangst————————take21 pakken ⇒ aanslaan, wortel schieten2 effect sorteren ⇒ inslaan, slagen4 worden♦voorbeelden:4 he took cold/ill • hij werd verkouden/ziekI took against him at first sight • ik vond hem al direct niet aardig→ take away take away/, take off take off/, take on take on/, take over take over/, take to take to/, take up take up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 nemen ⇒ grijpen, (beet)pakken4 nemen ⇒ zich verschaffen, gebruiken5 vergen ⇒ vereisen, in beslag nemen8 krijgen ⇒ vatten, voelen9 opnemen ⇒ noteren, meten11 aanvaarden ⇒ accepteren, incasseren♦voorbeelden:he took me unawares • hij verraste mijtake a degree • een graad/titel behalenthis seat is taken • deze stoel is bezetdo you take sugar in your tea? • gebruikt u suiker in de thee?we take the Times • we zijn geabonneerd op de Timesthe man took her by force • de man nam haar met geweldtake five/ten • even pauzeren/rustenhave what it takes • aan de eisen voldoentake about • rondleidentake someone around • iemand rondleidentake someone aside • iemand apart nemenit took her mind off things • het bezorgde haar wat afleidingtake five from twelve • trek vijf van twaalf aftake fire • vlamvattentake it into one's head • het in zijn hoofd krijgentake it easy! • kalm aan!, maak je niet druk!take for granted • als vanzelfsprekend aannementake as read • voor gelezen houdenI take it that he'll be back soon • ik neem aan dat hij gauw terugkomthow am I to take that? • hoe moet ik dat opvatten?take it badly • het zich erg aantrekkentake it well • iets goed opvattenwhat do you take me for? • waar zie je me voor aan?take sides • partij kiezenyou may take it from me • je kunt van mij aannemenI can take it • ik kan het wel hebbenyou (can) take it from there • daar neem jij het wel (weer) over, verder kun je het wel alleen aantake a decision • een besluit nementake an exam • een examen afleggentake notes • aantekeningen makentake a trip • een reisje makenshe took a long time over it • zij deed er lang overtake it or leave it • graag of nietshe took it lying down • zij verzette zich niettake aback • verrassen, van zijn stuk brengen, overdonderenshe was rather taken by/with it • zij was er nogal mee in haar schiktake it (up)on oneself • het op zich nemen, het wagen, zich aanmatigen -
20 tijdnood
1 lack/shortage of time; 〈 schaakspel, damspel〉 time trouble/pressure♦voorbeelden:1 in tijdnood komen • become pressed for time, run out of time; 〈 schaakspel, damspel ook〉 get into time troublein tijdnood zitten • be pressed for time
См. также в других словарях:
Condado de Camposoto — Primer titular Rafael Abad y Escrivá de Romaní Concesión Alfonso XIII 29 de julio de 1924 … Wikipedia Español
Antonius van der Linde — (* 14. November 1833 in Haarlem; † 12. August 1897 in Wiesbaden) war ein niederländischer Historiker, Bibliothekar, Theologe und Philologe. Er gilt als der erste namhafte Schachhistoriker … Deutsch Wikipedia
Antonius von der Linde — Antonius van der Linde Antonius van der Linde (* 14. November 1833 in Haarlem; † 12. August 1897 in Wiesbaden) war ein niederländischer Historiker, Bibliothekar, Theologe und Philologe. Er gilt als der erste namhafte Schachhistoriker.… … Deutsch Wikipedia
Alquerque — Startpositionen beim Alquerque Alquerque ist ein Spiel, das in vielen Ländern des Mittelmeerraums, z. B. in der Türkei, Spanien, Portugal und Italien gespielt wurde und als Vorläufer des Damespiels und des Fanorona gilt … Deutsch Wikipedia
Dirk Bleijkmans — (Bleykmans) (1875 – ?) was a Dutch chess master. He twice won unofficial Dutch championship (The Netherland Chess Federation Tourney) at Leiden 1896 and Leeuwarden 1904. He also tied for 2nd 5th, behind Adolf Georg Olland, at Arnheim 1895,… … Wikipedia
Bonus Socius — Mit dem Namen Bonus Socius (lat. guter Gefährte) wird ein ursprünglich in Latein geschriebenes Manuskript von 194 zusammengestellten Schachaufgaben und anderen Brettspielen bezeichnet. Ein Exemplar befindet sich in der Nationalbibliothek in… … Deutsch Wikipedia
Meindert Niemeijer — (* 18. Februar 1902 in Rotterdam; † 5. Oktober 1987) war ein niederländischer Schachkomponist, Mäzen und Sammler von Schachliteratur. Seine Bibliothek bildete den Grundstock einer der weltweit größten Schachbuchsammlungen. Inhaltsverzeichnis 1… … Deutsch Wikipedia
Schach — 1. Im Schach sind König und Narren Nachbarn. Holl.: In het schaakspel zitten de zotten het digtst bij den koning. (Harrebomée, II, 236b.) 2. Wer den Schach recht wohl ziehen will, der hat der Freund und Feind gleich viel. Bei den Türken kommt er… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon